This column is taken from the website of
the Moulin Blues Festival:
KERNENERGIE
Ik voelde me klote, zwaar klote. Daarbij was het allejezus koud buiten. Maar ook
in mijn hoofd was het minstens zo kil. Het deuntje 'Mag het licht uit' van De
Dijk dat op een-of-ander zoetsappig radiostation speelde, bleef hangen op het
moment dat ik de deur achter me dichttrok. Of eigenlijk, dichtsmeet. Ik
balanceerde op de rand van weemoed en alcoholmisbruik. De blues voel je pas echt
als je een erfenis nalaat van een bestaan vol ellende.
Tenminste, dat dacht ik.
Met meer ziel onder mijn arm, dan ego of personality in mijn hoofd, zocht ik de
dichtstbijzijnde kroeg voor whisky. Om te stillen, te verdoven.
Ik kwam. Ik zag. Ik vond een drukte, een grote massa. Een mengeling aan geuren
kwamen me tegemoet. Bier-, zweet- en shagdampen penetreerden mijn neusholte.
Niet onaangenaam overigens. Achterin, voorbij de drukte, stonden vier mannen op
een podium te spelen. Vier mannen die muziek maakten. Vier mannen die zich in
het zweet werkten.
Echt zweet, werkzweet.
Vier heren in een haast erotisch samenspel met hun instrument. Vier stuks die
gaven en namen, en op die wijze een complete zaal in vervoering wisten te
brengen. Ik was gekomen voor de blues, mijn blues. Om me te benevelen en onder
te dompelen in melancholie en neerslachtigheid.
Toch belandde mijn dubbele zee-zilte whisky onaangeroerd in een van de pockets
van het poolbiljart. Dit wilde ik nuchter beleven. Dit was blues tot op het bot,
tot in de kern. Blues to the bone als anesthesie in plaatst van alcohol. Voor
mij een geheel nieuw concept.
De zaal nam, de band gaf en vice versa. Twee uur leken moeiteloos te verstrijken
toen de band leek te merken dat het encore een veelvoud van het oorspronkelijke
programma werd. Doorweekt van zweet gaf de potige zanger aan dat 'dit' toch écht
de allerlaatste was. Het publiek reageerde en masse met een oorverdovend Zugabe
als logisch gevolg.
Doordrenkt van peeszweet stapten ze van het podium. Een crewlid met "The
Generators" op zijn
T-shirt reikte hen handdoeken. "Jullie zijn de Generators? Waarom die naam?",
vroeg ik aan de gitarist terwijl ik naar hem toe stapte: "Een generator wekt
energie op, en is een persoon van wie actie uitgaat". Het klonk oprecht en niet
als een standaard PR antwoord.
Dronken van tevredenheid namen we samen er nog eentje. Hij bier, ik fris. De
allerlaatste voordat ik de nacht begroette en de blues op me in liet werken.
The Generators, "Hell yeah!"
Het was nog nooit zo lekker om me klote te voelen.
Martijn
|